Officiële naam:
Wet betreffende de oprichting en het beheer van de “Federale Learning Account”
20 OKTOBER 2023
Waarom zou deze regel geschrapt of aangepast moeten worden:
Op 1 september treedt de Federal Learning Account (FLA) in werking, en dit na twee keer te zijn uitgesteld. De FLA is een tool waarin bedrijven de opleidingsdagen van hun werknemers moeten registreren. Op die manier wil men controleren of het individuele opleidingsrecht van 5 dagen voor elke werknemer zoals ingevoerd met de Arbeidsdeal, door ondernemingen wel wordt gerespecteerd. De maatregel is een illustratie van hoe het niet moet. Het leitmotiv is regelrecht wantrouwen jegens de werkgever, een beleid dat grossiert in micromanagement en waar het ontbreekt aan visie of richting. Dat mondt uit in – hoe kan het ook anders – een complex en dus administratief belastend systeem. De maatregel wordt maar beter weer afgevoerd in ruil voor een dringender en belangrijker vraagstuk: hoe komen we tot een versnelling in een Vlaamse talentenstrategie die de productiviteitsgroei van onze ondernemingen boost?
1e 300 woorden van de bij te sturen regel:
Wet betreffende de oprichting en het beheer van de “Federal Learning Account”
20 OKTOBER 2023
HOOFDSTUK 1. – Inleidende bepalingen
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2. Een digitale applicatie, genaamd “Federal Learning Account”, wordt opgericht met als doelstellingen:
1° het faciliteren van de uitoefening van het individueel opleidingsrecht en de sectorale opleidingsrechten;
2° het beheer van het opleidingskrediet, de gevolgde opleidingen en de sectorale aspecten van de opleiding;
3° de registratie van de opleidingen in het kader van de arbeidsverhouding;
4° het faciliteren van inzetbaarheidsbevorderende maatregelen.
HOOFDSTUK 2. – Definities
Art. 3. In deze wet wordt verstaan onder:
a) wet van 3 oktober 2022: de wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen;
b) wet van 5 december 1968: de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
c) individueel opleidingsrecht: het aantal opleidingsdagen waarop de werknemer recht heeft krachtens artikel 52 van de wet van 3 oktober 2022 en zoals geconcretiseerd op basis van artikel 53 en volgende van de wet van 3 oktober 2022;
d) opleiding: de opleidingen vermeld in artikelen 50 en 54 van de wet van 3 oktober 2022, gevolgd in het kader van de arbeidsverhouding;
e) opleidingsdag: een dag of het aantal uur opleiding, uitgedrukt in de zin van artikel 50, § 1, g), van de wet van 3 oktober 2022;
f) sectorale opleidingsrechten: het aantal opleidingsdagen, de aard van de opleidingen en de financiering ervan waarop de werknemer recht heeft toegekend door een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in de schoot van een paritair (sub)comité, overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
g) sectorale aspecten van opleiding: alle informatie die betrekking heeft op de beroepsopleiding van werknemers volgend uit een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in de schoot van een paritair (sub)comité, overeenkomstig de voormelde wet van 5 december 1968;
h) opleidingskrediet: het aantal dagen of uren opleiding volgend uit het individueel en/of de sectorale opleidingsrecht(en) waarover een werknemer in een bepaald jaar beschikt;
i) individuele opleidingsrekening: de individuele rekening die het opleidingskrediet bevat waarover de werknemer beschikt;
j) Federal Learning Account: de digitale applicatie die een databank vormt met alle gegevens die relevant zijn om het individueel opleidingsrecht, de sectorale opleidingsrechten, het opleidingskrediet, de sectorale aspecten van de opleiding en de inzetbaarheidsbevorderende maatregelen weer te geven en te beheren;
k) INSZ: het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
l) geregistreerde persoon: de geïdentificeerde natuurlijke persoon die een INSZ heeft;
m) Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
n) Sigedis: de vzw Sigedis, opgericht overeenkomstig artikel 12 van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot uitvoering van Titel III, hoofdstuk II, van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact;
o) inzetbaarheidsbevorderende maatregelen: de maatregelen bedoeld in artikel 39ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
p) eBox voor natuurlijke personen: de eBox in zin van artikel 3, eerste lid, van de wet van 27 februari 2019 inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox.